Naar nieuwsoverzicht

Betalen met muntjes

24 november 2019
In veel gemeenten betalen huishoudens begin 1900 voor hun energie met gas- en lichtpenningen. Deze koperen, zilveren en later zinken munten worden in een speciale muntmeter geworpen. De penningen koop je bij de lokale kruidenier en zijn goed voor een bepaalde hoeveelheid gas of licht.

Het systeem is ontworpen vanwege de toename in betalingsachterstanden. Vooral in crisistijd komt dit nog wel eens voor. De muntmeter moet dit voorkomen. In de jaren 30, 40 en 50 verschijnt hij met regelmaat aan de deur: de meteropnemer. Iedere maand wordt de gas- en elektriciteitsstand opgenomen en worden de munten geïncasseerd. Foute muntjes worden meteen opgemerkt.

In de jaren 40 maakt het systeem plaats voor een ponskaartensysteem. Twee keer in de maand streept de meteropnemer het verbruik aan op de kaart. Maar het handmatig tellen van de ponskaarten verdwijnt in de loop der jaren. Machines lezen in razend tempo de aangebrachte streepjes. De rol van de meteropnemer verschuift zo langzaam naar de achtergrond.