Naar nieuwsoverzicht
Bezoek aan huis
In de jaren 30, 40 en 50 verschijnt hij met regelmaat aan de deur: de meteropnemer. Iedere maand wordt de gas- en elektriciteitsstand opgenomen en worden de munten geïncasseerd. Foute muntjes worden meteen opgemerkt. In de jaren 40 maakt het systeem plaats voor een ponskaartensysteem. Twee keer in de maand streept de meteropnemer het verbruik aan op de kaart. Maar het handmatig tellen van de ponskaarten verdwijnt in de loop der jaren. Machines lezen in razend tempo de aangebrachte streepjes. De rol van de meteropnemer verschuift zo langzaam naar de achtergrond.