De Dutch Design Foundation staat bekend om de organisatie van een jaarlijkse designweek in Eindhoven (De Dutch Design Week), maar doet veel meer dan dat. De stichting helpt organisaties en bedrijven om antwoord te geven op maatschappelijke vraagstukken.
Ze laten er geen twijfel over bestaan bij de Dutch Design Foundation: design is een essentieel onderdeel van ons leven. ‘Alles wat je om je heen ziet is ontworpen; ons landschap is ontworpen, onze steden zijn ontworpen,’ zegt Martijn Paulen. Samen met Katja Pahnke is hij directeur-bestuurder bij de Dutch Design Foundation.
De Dutch Design Foundation is gevestigd in Brainport Eindhoven, een regio met een focus op design en technologie. Tegelijkertijd is het een regio die voor grote uitdagingen staat. Samen met bedrijven, hogescholen en universiteiten werkt de Dutch Design Foundation aan oplossingen. Katja Pahnke ziet dat zelfs als een plicht: ‘We hebben grote transities waar we voor staan […] we hebben de verplichting om onze collectieve intelligentie ter beschikking te stellen om de grote problematieken waar we voor staan te lijf te gaan en op te lossen.’
De Dutch Design Foundation ziet de samenleving als opdrachtgever. Want, vraagt Martijn Paulen, een uitdaging als de energietransitie, van wie is die? “Is die nou van de overheid? Is die van de gebruiker? Is die van de bedrijven?”. Die is van ons allemaal. Doordat de Dutch Design Foundation wordt gefinancierd door overheden, bedrijven én publiek geld kan de stichting marktonafhankelijk opereren. Er is ruimte voor creatie en experiment om antwoorden te zoeken voor de energietransitie, bijvoorbeeld.
Dat doet de stichting onder andere met de markt, in het zogenaamde What If Lab. Met nutsbedrijf Vattenfall werkt de Dutch Design Foundation aan de vraag: Hoe kun je de onderdelen zo goed mogelijk hergebruiken als de turbines worden ontmanteld? ‘Het gaat om het terughalen van windmolens van dertig jaar oud’, zegt Paulen. ‘Die zijn niet ontworpen en neergezet met een circulair gedachtegoed, maar ze zitten wel vol met waardevolle materialen. In de wieken zit bijvoorbeeld carbonfibre. Wat zou je daarmee kunnen doen?’
Een ander project dat de Dutch Design Foundation mede mogelijk maakte, is de start-up Hable One. Die richt zich op technologie voor mensen met een visuele beperking. Hable One ontwierp een speciale telefoonhoes waarmee aan de achterkant van een smartphone een brailletoetsenbord kan worden bevestigd. Het toetsenbord wordt vervolgens met bluetooth aan de telefoon gekoppeld. Zo kan de gebruiker discreet communiceren zonder spraakopdrachten. Wel zo handig na een intieme date, bijvoorbeeld.
Hable One laat zien hoe ontwerpers en technologie elkaar aanvullen. De ontwerpers zagen de behoefte van een groep mensen. Technologen maakten vervolgens dingen mogelijk die we tien jaar geleden nog niet konden. Samen helpen ze mensen vooruit. “Voor ontwerpers ligt de wereld open, zij denken groot, breed, heel visionair. Techniek is ook visionair, maar werkt met kaders. Daar geldt meten is weten,” zegt Katja Pahnke. Vanuit de technische hoek kijken ze vaak naar ‘waarom niet’; bij de Dutch Design Foundation wordt de vraag gesteld: ‘hoe wel?’.
Katja Pahnke en Martijn Paulen geven leiding aan 25 FTE binnen hun eigen organisatie. Als bestuurders streven ze naar een werkcultuur waarin betekenisvol werk en toegevoegde waarde centraal staan. Ze zien het als hun plicht om onderscheidend te blijven en mensen aan te trekken die vernieuwing willen brengen. Dat vraagt om blijven leren, luisteren en aandacht geven aan werknemers. Zo faciliteert de Dutch Design Foundation niet alleen innovatie in de samenleving, maar waarborgt ze haar belangrijkste drijfveer ook binnen de organisatie.
In seizoen 1 bezochten Wieteke en Marieke de Politie, Defensie, ProRail, het Rijksmuseum, E.ON One en UMC Utrecht. Luister alle afleveringen terug op Spotify, Podimo of Apple Podcasts.
