Enorme operatie
In een aantal jaar tijd wordt door het hele land een gasleidingnetwerk uitgerold. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt de concessiehouder, terwijl het transport in handen komt van Gasunie. Om het aardgas de huizen in te krijgen, moet het gas rechtstreeks de buizen in. Dat vergt aanpassingen aan de leidingen, doordat de druk van stadsgas twee keer zo groot is als bij aardgas. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de omschakeling. Een enorme operatie, waarbij Nederland in sneltreinvaart overgaat op aardgas.
Gastoestellen ombouwen
De nieuwe, goedkopere brandstof geeft bijna twee keer zoveel warmte af. Alle huishoudens moeten worden voorzien van nieuwe branders en sproeiers. Alleen al in Amsterdam keken tachtig controleurs 280.000 aansluitingen na. Zo’n 600 per dag. Monteurs kregen nieuwe onderdelen in zakjes mee en draaiden wijk voor wijk de gaskranen in de nacht van zondag op maandag dicht. Leidingen kregen bij het verbindingsstuk een harslaag, zodat er geen gas kon ontsnappen en pijpen werden omgelegd. Gastoestellen werden omgebouwd en fornuizen vervangen.
En wat zegt dat over nu?
We staan nu dus volop in een nieuwe energietransitie. Is de transitie van toen, in de jaren zestig van de vorige eeuw, te vergelijken met de transitie van nu? Nee. Van stadsgas naar aardgas overgaan, zoals toen, lijkt op de operatie van nu. Maar de overgang van nu is ingrijpender. Bij het overgaan van aardgas op alternatief waterstof is het niet voldoende om branders en sproeiers te vervangen. Er zullen ook meetopstellingen en toestellen vervangen moeten worden. En als het gekozen alternatief een warmtenet of all electric is, dan is dat weer van een andere orde qua benodigde infrastructuur en aanpassingen in huis. En vergeet niet dat de aantallen van nu ook fors hoger liggen dan toen, want Nederland is gegroeid. Dat heeft veel effect op de kosten van de energietransitie. Met zes miljoen aansluitingen en nog 28 jaar te gaan tot 2050, is een tempo van 800 woningen per dag omzetten noodzakelijk.