Een investering in de energietransitie: netwerken en leidingen aanpassen.
Naar nieuwsoverzicht

Aandeelhouders investeren 600 miljoen euro in Alliander

3 december 2021
Alliander is erin geslaagd haar financiële positie te versterken met 600 miljoen euro. 70 van de 76 aandeelhouders, die in totaal 99,5% van het geplaatst aandelenkapitaal vertegenwoordigen, zijn ingegaan op het verzoek van Alliander om geld te investeren in een toekomstbestendig energienet. Met deze versterking kan Alliander het elektriciteitsnet de komende jaren verder uitbreiden.

Die uitbreiding is hard nodig. Want door de energietransitie, economische groei en woningbouwplannen is er steeds meer vraag naar elektriciteit. Al deze ontwikkelingen vragen dan ook om miljardeninvesteringen in het elektriciteitsnet. Met hun investering in de energietransitie leveren de aandeelhouders een belangrijke bijdrage aan het energienet van de toekomst. Op 15 december is de formele uitgifte.

‘Stevige impuls’

Bestuursvoorzitter Maarten Otto is blij dat bijna alle aandeelhouders bereid zijn te investeren in Alliander. “Na een intensief proces ben ik enorm verheugd dat onze aandeelhouders bereid zijn om onze kapitaalpositie te versterken. Daarmee geven zij de opgave waarvoor wij staan een stevige impuls. Zo kunnen we blijven werken aan een betrouwbaar, betaalbaar en bereikbaar energienet en zetten we gezamenlijk in op het realiseren van de klimaatdoelen. Al onze activiteiten zijn erop gericht het energiesysteem van de toekomst verder vorm te geven. Ik ben dan ook dankbaar voor het vertrouwen dat aandeelhouders ons geven.”

Versterken financiële positie

“Alliander heeft een gezonde financiële positie, maar moet de komende jaren miljarden investeren omdat het elektriciteitsnet tegen de grenzen aanloopt door de groeiende vraag naar elektriciteit”, zegt Walter Bien, CFO van Alliander. Door de energietransitie, de economische groei, de enorme woningbouwopgave en de snelle digitalisering van de maatschappij zit het elektriciteitsnet op steeds meer plaatsen vol. Alliander werkt hard aan het oplossen van de krapte op het net, maar toch kunnen nieuwe aansluitingen niet altijd direct worden gerealiseerd. Ook het terugleveren van groene stroom van zonne- en windparken is niet altijd mogelijk.

Investering in de energietransitie door aandeelhouders

Om aan de vraag naar elektrisch vermogen te voldoen, moet Alliander de komende jaren meer dan 1 miljard euro per jaar investeren in de energietransitie. Daarom is het voor behoud van een gezonde financiële positie, noodzakelijk het eigen vermogen te versterken. Dat gebeurt nu met het geld dat aandeelhouders beschikbaar stellen. Het netwerkbedrijf blijft hiermee in staat om haar investeringen tegen acceptabele kosten te financieren.

Voordelen

De investering in de energietransitie die door de aandeelhouders wordt gedaan, is een reverse converteerbare hybride  aandeelhouderslening. Deze telt bij uitgifte voor 50% mee als eigen vermogen. Daarnaast heeft Alliander het recht om deze onder voorwaarden te zijner tijd geheel of gedeeltelijk om te zetten in aandelen.

“Een dergelijk instrument heeft voor zowel de aandeelhouders als voor Alliander veel voordelen. Omdat we deze nu al voor 50% mogen meetellen met ons eigen vermogen, wordt onze financiële positie direct versterkt. Tegelijk ontvangen de aandeelhouders een rentevergoeding, naast een dividenduitkering op de bestaande aandelen”, legt Bien uit. Het rentepercentage wordt vastgesteld op basis van de 10-jaars rentestand op het moment van uitgifte plus een opslag van 1,975%. 

Aanvullende stappen

Alliander vroeg in mei dit jaar haar aandeelhouders om een financiële bijdrage voor versterking van het eigen vermogen. Naast deze bijdrage zijn aanvullende stappen nodig om de financieringsopgave structureel op te lossen. Daarom blijft Alliander werken aan een wendbare, slagvaardige en kostenefficiënte organisatie.  Ook vinden er verkennende gesprekken plaats tussen netbeheerders, haar aandeelhouders en de Rijksoverheid over de vraag of en hoe het rijk mede invulling kan geven aan de kapitaalbehoefte van de regionale netwerkbedrijven.